
Een aantal weken geleden zijn we begonnen met een serie waarin we de verschillende hoofdreligies vanuit een Bijbels perspectief belichten. Eerder stonden we stil bij de Jehovah’s Getuigen en de Islam. Vandaag bij het welvaartsevangelie. Later in deze serie komen ook het Boeddhisme, Hindoeïsme, Judaïsme, mormonen, de katholieke kerk, de zevende dag adventisten en anderen aan bod.
In dit artikel zetten we dus een aantal punten op een rij die welvaartsevangeliepredikers geloven, samen met wat de Bijbel leert.
Intro
Meer dan een eeuw geleden sprak Charles Spurgeon, voorganger/predikant, van de, in die tijd, grootste gemeente in de wereld: ‘Ik geloof dat het antichristelijk en onheilig is als een christen leeft met het doel rijkdom te vergaren.’ Spurgeon zei niet dat geld verkeerd is, maar wel het vergaren en het voor jezelf houden ervan.
Tegenwoordig wordt er in de grootste kerken van de wereld een nieuw en een ander evangelie gepredikt. Er zijn verschillende benamingen voor, zoals het ‘name it and claim it’ evangelie, het ‘health and wealth’ evangelie, het ‘welvaartsevangelie’, het ‘positief denken’ evangelie en ‘the word of faith’ evangelie.
Welke naam er ook wordt gebruikt, de essentie is hetzelfde. Simpel gezegd leert dit ‘welvaartsevangelie’ dat God wil dat gelovigen lichamelijk gezond, materieel rijk en persoonlijk gelukkig zijn. Luister bijvoorbeeld naar de woorden van Robert Tilton, een van de bekendste woordvoerders van het welvaartsevangelie: ‘Ik geloof dat het de wil van God is dat iedereen voorspoedig is omdat ik het in het Woord zie, niet omdat het geweldig heeft gewerkt voor iemand anders. Ik richt mijn ogen niet op mensen, maar op God die mij de macht geeft om rijkdom te vergaren.’ Leraren van het welvaartsevangelie moedigen hun volgelingen aan om te bidden voor en zelfs materiële bloei van God te eisen.
Ik lees echter iets anders in Gods Woord. Neem bijvoorbeeld 1 Timotheüs 6:6-10:
‘Maar voor wie tevreden is met wat hij heeft, is het geloof grote winst. Wij hebben niets in deze wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen. Wij hebben voedsel en kleren, laten we daar tevreden mee zijn. Wie rijk wil worden, staat bloot aan verleiding, raakt in een valstrik en valt ten prooi aan dwaze en schadelijke begeerten die een mens in het verderf storten en ten onder doen gaan. Want de wortel van alle kwaad is geldzucht. Door zich daaraan over te geven, zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben ze zichzelf veel leed berokkend.’
Paulus waarschuwt dat de begeerte om rijk te worden gevaarlijk is. Dat het mensen in het verderf kan storten, ten onder kan doen gaan, veel leed kan berokkenen en mensen zelf van het geloof kan doen afdwalen. Maar deze begeerten, deze verlangens van de natuurlijke, vleselijke mens wordt door welvaartsevangeliepredikers met passie en verve gepromoot, aangemoedigd en aangewakkerd.
Zes theologische misleidingen
1. Het verbond met Abraham is een middel tot materieel recht.
Het verbond met Abraham (Gen. 12, 15, 17, 22) is een van de theologische grondslagen van het welvaartsevangelie. Het is goed dat welvaartstheologen erkennen dat veel van de Schrift het verslag is van de vervulling van het Abrahamitische verbond, maar het is slecht dat ze geen orthodoxe kijk op dit verbond behouden. Ze hebben een verkeerde opvatting over de grondslag, het ontstaan van het verbond. Maar belangrijker nog, ze passen het verbond op een onjuiste manier toe op henzelf.
In zijn boek ‘Spreading the Flame’ (Zondervan, 1992) legt Edward Pousson uit, wat de opvatting over de toepassing van het Abrahamitische verbond bij welvaartsevangeliepredikers is: ‘Christenen zijn de geestelijke kinderen van Abraham en erfgenamen van de zegeningen van het geloof… Deze erfenis van Abraham wordt voornamelijk uitgelegd in termen van materiële rechten.’ Met andere woorden, het welvaartsevangelie leert dat het primaire doel van het Abrahamitische verbond was dat God Abraham materieel zou zegenen. En omdat gelovigen de geestelijke kinderen van Abraham zijn, hebben we deze financiële zegeningen geërfd. Zoals Kenneth Copeland schreef in zijn boek ‘The Laws of Prosperity’ uit 1974: ‘Sinds Gods verbond tot stand is gekomen, en voorspoed een bepaling van dit verbond is, moet u zich realiseren dat voorspoed nu aan u toebehoort!’
Om deze bewering te ondersteunen, doen welvaartleraren een beroep op Galaten 3:14, dat verwijst naar ‘de zegen van Abraham die in Christus Jezus tot de heidenen zou komen.’ Het is echter interessant dat deze leraren in hun beroep op Galaten 3:14 de tweede helft van het vers negeren: ‘opdat wij de belofte van de Geest zouden ontvangen door het geloof.’ Paulus herinnert de Galaten klip en klaar aan de geestelijke zegen van verlossing, niet aan de materiële zegen van rijkdom.
2. Jezus’ verzoening strekt zich uit tot de ‘zonde’ van materiële armoede.
In zijn Bibliotheca Sacra-artikel ‘A Theological Evaluation of the Prosperity Gospel’, merkt theoloog Ken Sarles op hoe het welvaartsevangelie beweert dat er ‘in de verzoening zowel voorzien is voor fysieke genezing als financiële voorspoed.’ En in het licht van wat Copeland zegt, lijkt dit een juiste observatie te zijn. Copeland zegt bijvoorbeeld dat ‘het basisprincipe van het christelijk leven is te weten dat God onze zonde(n), ziekte(n), verdriet, rouw en armoede op Jezus op Golgotha legt.’ Dit misverstand over de reikwijdte van de verzoening komt voort uit twee fouten die voorstanders van het welvaartsevangelie maken.
Ten eerste hebben velen die de welvaartstheologie aanhangen een fundamentele misvatting over het leven van Jezus. John Avanzini, een welvaartsevangelieprediker, verklaarde bijvoorbeeld in een TBN-programma dat Jezus ‘een mooi en groot huis had’, ‘veel geld om handen had’ en dat hij zelfs ‘merkkleding droeg’. Het hoeft ons dus niet te verbazen dat zo’n verwrongen kijk op het leven van Jezus ook tot verwrongen misvattingen over Zijn dood leidt.
Een tweede fout die tot een verkeerd beeld van de verzoening leidt, is een verkeerde interpretatie van 2 Korintiërs 8:9, waar staat: ‘Want u kent de genade van onze Heere Jezus Christus, dat Hij omwille van u arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat u door Zijn armoede rijk zou worden.’ Hoewel een oppervlakkige lezing van dit vers iemand ertoe kan brengen te geloven dat Paulus onderwees over een toename van materiële rijkdom, onthult een contextuele lezing dat hij eigenlijk precies het tegenovergestelde principe onderwees. Inderdaad, Paulus leerde de Korinthiërs dat, aangezien Christus door de verzoening zoveel voor hen tot stand heeft gebracht, zij zich van hun rijkdom moesten ontdoen in dienst van de Heiland. Dit is de reden waarom Paulus er, slechts vijf korte verzen later, bij de Korinthiërs op aandrong hun rijkdom weg te geven aan hun behoeftige broeders: ‘dat nu in deze tijd uw overvloed in hun gebrek zal voorzien’ (2 Kor. 8:14).
3. Zijn striemen brachten ons genezing – Jesaja 53:5
Terwijl de meeste christelijke geleerden dit vers zien als een profetie over de genezing van geestelijke wonden (zonde) door het verzoeningswerk van Jezus aan het kruis, geloven welvaartsevangeliepredikers dat het betekend dat een sterk geloof zal resulteren in lichamelijke genezing.
Kenneth E. Hagin, een van de grondleggers van het welvaartsevangelie, schrijft: ‘Het is Gods plan, in Zijn grote liefde en in Zijn grote genade, dat geen enkele gelovige ooit ziek zou zijn; dat elke gelovige zijn volledige leven hier op aarde kan leven.’
Persoonlijk volg ik de interpretatie die Petrus geeft in zijn eerste brief: ‘Hij heeft in zijn lichaam onze zonden het kruishout op gedragen, opdat wij, dood voor de zonde, rechtvaardig zouden leven. Door zijn striemen bent u genezen. Eens dwaalde u als schapen, nu bent u teruggekeerd naar hem die de herder is, naar hem die uw ziel behoedt (1 Pet. 2:24-25)’.
4. Christenen geven om door God materieel gecompenseerd te worden.
Een van de meest opvallende kenmerken van de welvaartstheologen is hun schijnbare fixatie op het geven. We worden aangespoord om royaal te geven en worden geconfronteerd met vrome uitspraken als: ‘Ware voorspoed is het vermogen om Gods kracht te gebruiken om in elke behoefte van de mensheid rijkelijk te voorzien’ en: ‘We zijn geroepen om het evangelie wereldwijd te financieren…’. Hoewel zulke uitspraken prijzenswaardig lijken, is deze nadruk op geven gebaseerd op motieven die allesbehalve filantropisch zijn. De drijvende kracht achter deze leer is wat welvaartprediker Robert Tilton de ‘Wet van Compensatie’ noemt. Volgens deze wet – zogenaamd gebaseerd op Markus 10:30 – moeten christenen vrijgevig aan anderen geven, want als ze dat doen, geeft God er meer voor terug. En dit leidt op zijn beurt tot een cyclus van een steeds toenemende welvaart.
Zoals Gloria Copeland het verwoordde in haar boek uit 2012, Gods wil is welvaart: ‘Geef $ 10 en ontvang $ 1.000; geef $ 1.000 en ontvang $ 100.000… Kortom, Mark 10:30 is een fantastische deal.’ Het is dus duidelijk dat de leer van het welvaartsevangelie om te geven gebaseerd is op verkeerde motieven. Terwijl Jezus zijn discipelen leerde te geven, zonder iets terug te verwachten (Lucas 6:35), leren welvaartstheologen hun discipelen te geven in de verwachting dat ze er meer voor terug zullen krijgen.
5. Geloof is een zelf gegenereerde spirituele kracht die tot welvaart leidt.
Waar het orthodoxe christendom geloof beschouwt als vertrouwen in de persoon van Jezus Christus, omarmen welvaartsleraren iets heel anders. ‘Geloof is een spirituele kracht, een spirituele energie, een spirituele macht. Het is deze geloofskracht die de wetten van de geestenwereld laat functioneren’, schrijft Copeland in The Laws of Prosperity. ‘In Gods Woord zijn bepaalde wetten geopenbaard die voorspoed beheersen. Geloof zorgt ervoor dat ze functioneren.’ Dit is duidelijk een gebrekkig, misschien zelfs een ketters begrip van geloof.
6. Gebed is een middel om God te dwingen welvaart te schenken.
Welvaartsevangeliepredikers benadrukken vaak dat we ‘niet hebben omdat we niet vragen’ (Jakobus 4:2) waarna ze hun volgelingen aanmoedigen om te bidden voor persoonlijk succes op alle gebieden van het leven. Zoals Creflo Dollar schrijft: ‘Als we bidden, in de overtuiging dat we al hebben ontvangen wat we bidden, heeft God geen andere keus dan onze gebeden uit te laten komen… Het is een sleutel tot het behalen van resultaten als christen.’
Bidden om persoonlijke zegen is natuurlijk niet per definitie verkeerd, maar de te grote nadruk die het welvaartsevangelie op de mens legt, maakt van gebed een instrument dat gelovigen kunnen gebruiken om God te dwingen hun verlangens te vervullen. Binnen de welvaartstheologie wordt de mens – niet God – het middelpunt van gebed. Vreemd genoeg negeren welvaartspredikers vaak de tweede helft van Jakobus’ onderwijs over gebed: ‘Je vraagt en ontvangt niet, omdat je ten onrechte vraagt, om het aan je passies te besteden’ (Jakobus 4:3). God beantwoordt geen egoïstische verzoeken die niet tot eer van Zijn zijn.
Zeker, al onze verzoeken mogen we aan God bekend maken (bijv. Filippenzen 4:6), maar het welvaartsevangelie richt zich zo sterk en eenzijdig op de verlangens van de (natuurlijke) mens dat het ze ertoe kan brengen om slechts op een egoïstische en oppervlakkige manier te bidden waarin God niet wordt verheerlijkt. Bovendien kan deze leer over gebed als middel, in combinatie met de welvaartsleer van het geloof, ertoe leiden dat mensen God gaan manipuleren om te krijgen wat ze willen… Dit is verre van een gebed als: ‘Uw wil geschiede.’
Vals Evangelie
In het licht van de Bijbel komt het welvaartsevangelie fundamenteel te kort. Het is een vals evangelie vanwege haar opvatting over de relatie tussen God en de mens. Simpel gezegd, als het welvaartsevangelie waar is, is genade verouderd, is God niet relevant en is de mens de maatstaf van alle dingen. Of ze het nu hebben over het verbond met Abraham, de verzoening, het geven, het geloof of het gebed, welvaartsleraren veranderen de relatie tussen God en de mens in een ‘voor wat, hoort wat’ relatie. Zoals James Goff het opmerkte in een Christianity Today-artikel uit 1990, God is ‘gereduceerd tot een soort ‘kosmische hotelbediende’ die voorziet in de behoeften en verlangens van zijn schepping.’
Dit is een volstrekt ontoereikende en onbijbelse kijk op de relatie tussen God en de mens.
Gebruikte bronnen:
https://www.thegospelcoalition.org/article/5-errors-of-the-prosperity-gospel/
https://www.ucanews.com/news/how-prosperity-gospel-preachers-bend-the-bibles-words/70910#
Welnu Auke als deze predikers gelijk zouden hebben dat waren bij wijze van spreken alle christenen onder vervolging in ieder geval fout bezig. Men is niet rijk en ik geloof dat streven ernaar ook niet echt helpt.
LikeLike
Goede uitleg. De kracht van het positief denken en ‘the Secret’ met een christelijk sausje.
LikeLike
Auke noemt het een valse evangelie. Hoe hij het welvaartsevangelie presenteert geloof ik dat gelijk. Ik mis wel essentiële argumenten, de huidige zijn niet echt sterk, enkele wel raak, maar ik denk misplaatst, waardoor welvaartsevangelie een ‘woord’ blijkt om af te doen als slecht en postmodernistisch. Dat vind ik gevaarlijk.
Het beeld dat ‘welvaartsevangelie’ pretendeert dat God wil dat gelovigen lichamelijk gezond, materieel rijk en persoonlijk gelukkig zijn. Dat kan ik begrijpen en ergens ben ik het met Auke eens.
Ik geloof dat God zeker wil dat wij gelukkig zijn. Ik geloof ook dat God ons niet heeft geschapen om er belabberd bij te lopen en er zo uit te zien. Ik geloof ook dat wij materieel bezit mogen hebben. Dat daar de nadruk op ligt, ben ik het mee eens, dat klopt niet. De nadruk moet liggen bij zelfopoffering, waar je materiele middelen voor gebruikt. Dat is een ander perspectief. De voetwassing, waarin zij aanbrak wat kostbaar was en wat de vroege christenen deden. het delen van bezit.
Ik denk dat er eerder moet worden gezocht naar de sleutel die leidt naar de deur: “ik wil u niets geven dat mij niets kost”.
‘Welvaartsevangelie’ behoort tot doel te hebben ontwikkeling en zelfopoffering. Daarbij wetend dat niets van jou is, maar wel tot je beschikking om in te zetten voor Zijn eer en Zijn koninkrijk.
De nadruk ligt dan niet op vergaren, maar op ‘doen’ wat je kan om het voorbeeld te zijn en te investeren in je omgeving en te zorgen dat anderen ook in staat zijn zich te ontwikkelen, deel en geef zonder terug te verwachten. En vertrouw erop dat God je weer geeft om weer te geven.
Dit mogen is genade, zo gepositioneerd zijn, gaat gepaard met koninkrijk mentaliteit, ofwel Gods karakter. Agapé.
n ieder geval, wel een goed stuk. Maar kijkend naar mijn leven. Ik had niets, nu heb ik veel en zet het weer in en ik merk dat het dubbel terugkomt en het mij in staat stelt om nog meer te geven. Of dit welvaartsevangelie is, weet ik niet, maar die principe streef ik niet naar, maar ik beleef het op een of andere manier wel. dus er zit een waarheidsgehalte in van wat deze evangelisten zeggen.
LikeLike