
Evangelism as Exiles is een krachtig boekje over hoe te getuigen in een wereld die steeds vijandiger wordt tegenover het Evangelie. Ik raad het van harte aan. Om alvast een indruk te krijgen heb ik Caleb Greggsen’s boekreview/samenvatting vertaald.
De Amerikaanse [westerse] kerk heeft een probleem.
Ze kan het idee maar niet loslaten dat God haar succes en voorspoed zou moeten geven. Zelfs diegenen die het welvaartsevangelie sterk afkeuren, worden aangetrokken door het idee dat groei en invloed bij de gelovigen hoort. Maar de slogan “als je bouwt, komt er groei”, is echt een [inter]nationale slogan. En ook als christenen nemen we aan dat als we het christelijke leven op de juiste manier leven, de mensen wel zullen komen. Dat als we de kerk op een goede manier vormgeven, dat ze dan zal groeien. Dat als we onze trouw tonen, de cultuur om ons heen ons zal respecteren en naar ons zal luisteren.
Het probleem met deze denkwijze heeft echter niets te maken met het verlangen naar grote kerken, een verandering van onze cultuur, of dat we veel mensen door God gered willen zien worden. Het probleem is de onderliggende veronderstelling dat Amerika [het westen], met al zijn nobele aspiraties, op de een of andere manier een thuis voor christenen zou moeten zijn. Maar naarmate het steeds duidelijker wordt dat we eigenlijk niet thuishoren in Amerika [het westen], dat we niet welkom zijn in het publieke domein, en dat onze overtuigingen als onverdraagzaam en achterlijk worden beschouwd, worden we gemakkelijk verleid ontmoedigd en angstig te worden. Elliot Clark geeft de volgende diagnose van het probleem: “alleen al de mogelijkheid dat ik voor schut gezet wordt, de mogelijkheid dat ik buitengesloten word, weerhoudt mij ervan om vrijmoedig te evangeliseren” (33).
Elliot Clark’s Evangelism as Exiles bekritiseert precies dit idee, met als doel de gelovigen aan te moedigen tot trouwe evangelisatie in een cultuur die steeds vijandiger tegenover het geloof staat. Onze identiteit als christenen in deze wereld is er een van uitverkoren vreemdelingen. En een juist besef van die identiteit is van fundamenteel belang om als trouwe getuigen te leven in een wereld die vijandig tegenover het evangelie staat. Clark schetst een beschrijving van onze identiteit als vreemdelingen en bijwoners, en laat zien hoe deze identiteit de christelijke zending grondvest en inspireert.
WAAR GAAT HET OVER?
Evangelism as Exiles gebruikt, om als trouwe getuigen te leven, het raamwerk wat Petrus geeft in zijn eerste brief aan hen die “uitverkoren vreemdelingen” zijn. Nadat hij de christenen heeft aangemoedigd om hun identiteit als vreemdelingen in deze wereld te omhelzen (1 Petr. 1:1-2), fundeert hij die identiteit op de hoop van ons glorieuze thuis dat komen gaat (1 Petr. 3:15). Hij legt uit waarom we God meer moeten vrezen dan de mens, terwijl we ook respect blijven tonen voor de ander (1 Petr. 1,17; 2,13-17). Evangeliseren definieert hij treffend als het, zelfverzekerd proclameren en bekendmaken van God en zijn waardigheid om geprezen en aanbeden te worden (1 Petr. 2,9-10). Hij beschrijft hoe een duidelijk christelijk leven, vooral in ontberingen en tegenspoed, de schoonheid van Christus verkondigt (1 Petr. 2,11-12). En tot slot staat hij stil bij de schoonheid van het gezin van God – de belofte dat we zelfs in dit leven een voorproefje hebben van ons hemelse thuis, en hoe wonderbaarlijk krachtig die gemeenschap is als getuige van het evangelie (1 Petr. 4,8-10).
EVANGELISATIE EN DE SOEVEREINITEIT VAN GOD
Een van de meest verrijkende elementen zijn de bemoedigende illustraties die overal in het boek te vinden zijn. Ze zijn gebaseerd op Clarks eigen ervaringen met het verkondigen van het evangelie in een moslimland. Omdat veel westerse gelovigen de moslimwereld zien als een van de moeilijkste plaatsen om een gelovig christen te zijn, laten Clarks voorbeelden de kracht zien van een vrijmoedige en vriendelijke verkondiging, een geduldig vertrouwen in Gods werk, en een liefdevol, gastvrij leven.
Een van de meer tot nadenken stemmende gedeelten van dit boek is Clarks kritiek op onze eufemistische beschrijving van evangelisatie (94-97). Clark herinnert zijn lezer er terecht aan voorzichtig te zijn met het gebruik van taal die er impliciet op neerkomt dat we alleen op zoek zijn naar hen die geïnteresseerd zijn om het evangelie te ontvangen. Als we in Gods soevereiniteit geloven – als we geloven dat God kan werken zoals Hij in de Bijbel doet – dan hoeven we niet te wachten op iemand die geïnteresseerd is in wat wij delen. We kunnen het evangelie vrijmoedig verkondigen, mensen waarschuwen dat ze zich moeten bekeren, en erop vertrouwen dat God in staat is om zelfs diegenen te redden die zich verzetten tegen het evangelie.
Tenslotte schamen veel christenen zich vaak een beetje als ze te veel praten over de hemel en de hoop die ze hebben. Het voelt een beetje dromerig; een beetje te ver van de werkelijkheid. Maar Clark (die de apostel Petrus echoot) helpt zijn lezer de geweldige hoop die we hebben te overdenken, en hoe die als een motor fungeert voor een zelfverzekerde, genadige verkondiging van het evangelie in deze wereld. “Het is belangrijk dat we de belofte van onze toekomstige verheerlijking regelmatig horen en werkelijk geloven om de dreiging van schaamte en schande te overwinnen die ons getuigenis tot zwijgen kan brengen” (33).
EVANGELISATIE EN DE PLAATSELIJKE KERK
Veel christenen worstelen ermee om andere christenen bij hun evangeliserende initiatieven te betrekken. De meeste christenen vinden het een goed idee om hun niet-christelijke vrienden mee te nemen naar een kerkdienst; maar een medelid uitnodigen om hun vrienden te leren kennen en in hen te investeren wordt vaak op de een of andere manier als valsspelen ervaren. Mijn vrienden zijn mijn verantwoordelijkheden. Maar juist omdat we denken dat het een geestelijke discipline is die we alleen moeten doen voordat het telt, worden we vaak ontmoedigd in onze evangelisatie. Dit is een verkeerde denkwijze, die de evangeliserende effectiviteit van een gemeenschap die samen trouw wil leven niet erkent.
Omdat de meeste van Clark’s illustraties uit zijn eigen ervaring komen met evangeliseren in een context waar er geen gevestigde lokale kerken waren, zou het gemakkelijk kunnen zijn om dit boek niet uit te lezen. Terwijl hij spreekt over de schoonheid van gastvrijheid als een bemoediging voor bekeerlingen die de steun van hun familie en de omringende gemeenschap hebben verloren (hoofdstuk 13), is dit een flinke aansporing voor wat jij en je familie kunnen doen. En een grotere nadruk op het feit dat we als christenen als vreemdelingen door het leven gaan zou dit nog tot een waardevoller middel maken.
KOOP HET, LEES HET, GEEF HET WEG
Het boek van Elliot Clark is een geschenk voor christenen die geneigd zijn zich ontmoedigd te voelen door hun toegenomen gevoel van vervreemding in Amerika [het westen]. Meer dan dat, het is een krachtige oproep om vol vertrouwen het evangelie te verkondigen in een wereld die het wanhopig nodig heeft. Een boek dat zo bemoedigend is en zo aanspoort tot evangelisatie is een must-have voor voorgangers om zelf te lezen en veelvuldig weg te geven.
Dit is een vertaling van de boekrecensie van Caleb Greggsen van het boek van Elliott Clark, Evangelism as Exiles: Life on Mission as Strangers in our Land. The Gospel Coalition, 2019. 157 pp. Zijn recensie verscheen op de website van 9Marks.org