
John Eldredge is een van de meest populaire schrijvers voor christelijke mannen. Zijn best verkochte boek ‘Wild at Heart’ (De Ongetemde Man) uit 2001 is inmiddels al 5 miljoen keer over de toonbank gegaan. Het boek zelf heeft talloze onderscheidingen en prijzen gewonnen, waaronder de ‘2002 Gold Medallion Book Award’ (voor de beste in evangelische uitgeverij) en de ‘Family Christian Bookstores 2002 book of the year award’.
Ondanks het feit dat Eldredge vele boeken na ‘Wild at Heart’ heeft geschreven is dit boek de meest populaire en meest verkochte. Ik heb er daarom ook voor gekozen om over dit boek als eerste een review te posten.
Dat Eldredge een ongekend gewild onderwerp aansnijdt is wel duidelijk. Miljoenen christenen hebben dit en andere boeken van zijn hand gelezen en mensen staan in de rij om Wild at Heart Retreats bij te wonen. Wat maakt dat het zó aantrekt?
Laten we beginnen met het goede nieuws. Eldredge maakt zich zorgen, en terecht, over de mannen zoals ze in de laatste decennia, zowel in de maatschappij als in de kerk, zijn gevormd. Hij doelt op de moderne neiging om jongens te veranderen in “meisjes” en mannen in “vrouwen” in de nasleep van de feministische beweging. In de afgelopen dertig jaar hebben we mannen geleerd contact te leggen met hun vrouwelijke kant, hun gevoelens met andere mannen te leren delen, hun aarzeling om mannen te knuffelen en te huilen in aanwezigheid van anderen te overwinnen, hun agressiviteit onder controle te houden en zich aan hun vrouwen te onderwerpen. Met andere woorden, we hebben mannen geleerd vrouwelijk te zijn. Tegelijkertijd hebben we vrouwen natuurlijk getraind om agressiever te zijn. Het is dan ook geen wonder dat mannen vandaag de dag verward zijn over hun rol. En de christelijke wereld heeft het helaas niet beter gedaan.
In dit alles geloof ik dat Eldredge een goed punt heeft. Het is tijd voor mannen om weer mannen te zijn. Maar jammer genoeg kiest Eldredge vervolgens voor de verkeerde modellen van ‘man’ zijn. In plaats van naar de Bijbel te gaan om een grondige studie te doen naar hoe God de mens heeft ontworpen, richt Eldredge zich tot sprookjes, films, seculiere filosofie en de menselijke ‘natuur’ en ‘ervaringen’. En hiermee raakt hij een snaar bij mannen omdat hij hen vertelt wat ze willen horen in plaats van wat ze zouden moeten horen. Met andere woorden: Wild at Heart identificeert een legitiem probleem maar geeft het verkeerde antwoord.
Vanwege tijd en ruimte zal ik me beperken tot het bespreken van Eldredge’s globale verhaallijn, zijn gebruik van de Bijbel, zijn visie op satan, open theïsme en openbaring.
Globale Verhaallijn
Eldredge gelooft dat elke man drie brandende verlangens heeft: een strijd om te vechten, een avontuur om te leven en een schoonheid om te redden (p.9). Door verkeerde boodschappen die door de maatschappij, ouders en kerk aan ons zijn gecommuniceerd, worden deze verlangens niet meer herkend of simpelweg genegeerd. Maar ze zijn er wel. En als mannen niet tot dit besef komen en deze verlangens niet agressief gaan najagen zullen ze nooit echte mannen worden. Aldus Eldredge.
Een strijd om te vechten
Eldredge: “Agressie maakt deel uit van het mannelijke ontwerp …. [jongens] verzinnen spelletjes waarbij grote aantallen mensen sterven, waar bloedvergieten een voorwaarde is om plezier te hebben” (p.10). Dit verlangen om te slachten maakt deel uit van wat het betekent om te zijn naar Gods beeld, die zelf ook een krijger is (p.10). Ik betwijfel of de meesten van jullie ooit wisten van Gods verlangen om mensen af te slachten. Natuurlijk, als het nodig is moeten wij, mannen, onze verantwoordelijkheid nemen en onze zwaarden, geweren, tanks en gevechtsvliegtuigen inzetten om de strijd aan te gaan. Maar om te zeggen dat het Gods en ons verlangen is om mensen af te slachten is niet Gods originele ontwerp.
Een avontuur om te leven
Eldredge leert dat God dol is op wildheid, zoals blijkt uit onweersbuien en gevaarlijke wezens (p.29). Wat hij niet herkent, is dat geen van deze dingen bestonden vóór de zondeval. Jagende mens-etende leeuwen, killer whales, geweld en vernietiging zijn allemaal gevolgen van zondigheid, het is geen weerspiegeling van Gods aard.
Maar wat nog erger is, is Eldredge’s visie dat “de mens werd geboren in de outback, in het ongetemde deel van de schepping. En dat de mens daarna pas naar Eden wordt gebracht. En dat jongens zich sindsdien nooit echt thuisvoelen als ze binnenshuis zijn en dat mannen sindsdien een onverzadigbaar verlangen hebben om te verkennen.” Dit zou lachwekkend zijn als het niet zo serieus was. Want dit is natuurlijk niet wat Genesis 2:4-9 leert. Om de aard van mannen op zo’n verkeerd uitgangspunt te baseren is volkomen onjuist. Zelfs Christianity Today (een internationaal en interkerkelijk christelijk informatieplatform) zegt dat Eldredge: “suggereert dat God een wilde Adam probeerde te temmen, alsof Eden voornamelijk voor vrouwen was ontworpen.” Als dit waar was, zou het betekenen dat God opzettelijk de natuurlijke neiging van Adam aan het frustreren was nog voor de zondeval. Eldredge verdraait hier Gods woord zodat het tegemoet komt aan zijn beeld van het ‘heldhaftige mannelijke hollywood – model’.
Een schoonheid om te redden
Eldredge: “Het thema van een sterke man die komt om een mooie vrouw te redden is universeel voor de menselijke natuur. Het is in ons hart geschreven en een van de kernwensen van elke man en elke vrouw” (p.181). Jammer genoeg is er geen enkel Schriftgedeelte dat zo’n claim bevestigt. De vraag is dan ook: waarop baseert Eldredge zulke uitspraken?
Gebruik van de Bijbel
Eldredge doet wat tegenwoordig maar al te vaak gebeurt in de evangelisch/protestantse wereld. Hij gebruikt verzen en passages uit de Bijbel waarbij hij volledig voorbij gaat aan de context. Hiermee probeert hij christenen te overtuigen dat zijn boek gebaseerd is op de Bijbel. Maar keer op keer wijst hij betekenissen toe aan passages die volkomen vreemd zijn aan hun ware betekenis.
Neem bijvoorbeeld Jeremia 17:9. Hier maakt Eldredge een serieuze uitlegfout waar hij vervolgens het centrum van zijn filosofische systeem op baseert. Hij gelooft dat voorafgaand aan het nieuwe verbond het ‘hart van de mens bedrieglijk en slecht was’, maar ‘nu niet meer’. Onder het nieuwe verbond hebben we een nieuw hart – ‘je hart is goed’, verzekert hij ons (p. 134) . En omdat het hart van de wedergeboren mens goed is, is hij vrij om wat zijn hart hem ingeeft te volgen. En vanuit dit begrip van het hart komt één van de kernboodschappen van Wild at Heart naar voren: mannen moeten leven vanuit het diepst van hun hart. Het feit dat zij dát niet doen is de oorzaak van de vele problemen die zij hebben.
Maar deze aanmoediging om vanuit de verlangens van ons hart te leven, druist in tegen de juiste interpretatie van Jeremia 17:9. Vrijwel alle grote heiligen en bijbeluitleggers geven een totaal andere uitleg. Jonathan Edwards schreef bijvoorbeeld, “Het is een mysterieus iets, … dat er iets zou zijn dat zo goddelijk en kostbaar is, [namelijk] de reddende genade van God en de nieuwe, goddelijke aard, en dat die samenwoont met zoveel corruptie, hypocrisie, en ongerechtigheid in het hart van dezelfde heilige”. Charles Spurgeon schreef in zijn commentaar op dit vers: “Zelfs in de beste heilige is datgene aanwezig om de persoon naar de hel te sturen maar gelukkig is het de soevereine genade die dit verhindert. Er is een kleine hel in het hart van elk kind van God”. Maar wat nog belangrijker is: De bijbel verheerlijkt nooit het hart zoals Eldredge dat doet, en nergens adviseert of moedigt de bijbel christenen aan om te vertrouwen op of te ‘leven vanuit’ een wedergeboren hart. Integendeel, de eeuwige wijsheid van Spreuken 28:26 zegt ons dat “Hij die op zijn eigen hart vertrouwt een dwaas is”. En om vanuit het nieuwe testament te spreken: Paulus worstelde met zijn ‘hart(verlangens)’ en schrijft in Romeinen 7 dat er continu een strijd gaande is tussen de zondige natuur en het nieuwe hart. Vertrouw niet je hart maar vertrouw je hart toe aan God en onderwerp het aan Zijn woord.
Open Theïsme
Hoewel Eldredge ontkent dat hij een open theïst is, ondersteunt het bewijs zijn bewering niet. Open theïsme leert dat God niet alleen alle gebeurtenissen in de toekomst niet onder controle heeft maar dat Hij ze zelfs niet kan kennen. God is overgeleverd aan menselijke keuzes en daarom heeft God door mensen te creëren een serieus risico genomen. En dit is precies wat Eldredge zegt (p. 203). Keer op keer spreekt hij over God op manieren die alleen te verklaren zijn als je in open theïsme gelooft. “God is een persoon die enorme risico’s neemt” (p.30). “Het is niet de aard van God om zijn risico’s te beperken en ze af te dekken” (p.31). “Zoals met elke relatie, is er een zekere mate van onvoorspelbaarheid. Gods bereidheid om te riskeren is gewoon verbazingwekkend. Er is beslist iets wilds in het hart van God” (p.32). Dit druist in tegen het feit dat God Alwetend (job 37:16; 1 Joh. 3:20; Hebr. 4:13; 2 Kron. 16:9; Job 28:24; Matt. 10:29-30; Jes. 46:9-10 (42:8-9); Matt. 6:8; Matt. 10:30; Ps. 139:1-4, 16) Almachtig en Soeverein is (Gen. 18:4; Ex. 32:10; Ps. 15:3, 24:8; Jer. 32:17, 27; Matt. 3:9, 19:26; Luk. 1:37; 2 Kor. 6:18; Ef. 3:20; Op. 1:8).
Visie op Satan
Eldredge beschouwt Satan als degene die werkelijk schuldig is wanneer wij zondigen. Hij lijkt te geloven dat we weinig meer dan slachtoffers zijn en dat we zelf niet voor de volle 100% verantwoordelijk voor onze eigen zonden. Daarnaast gelooft hij dat de duivel de moedige christelijke man vreest (pp. 87, 166). Ook dit is onjuist. God waarschuwt ons juist voor onze arrogantie om hemelse machten te lasteren (Judas 8-10; 2 Petrus 2: 10-12), en roept ons op om standvastig te zijn (Efeziërs 6: 10-13) en weerstand te bieden. Niet om aan te vallen (1 Petrus 5: 8-9; Jakobus 4: 6) zoals Eldredge suggereert.
Openbaring
Eldredge zegt dat God rechtstreeks tot hem spreekt en dat Hij ook tot hem spreekt door films, boeken, enzovoort (pp. 134-37, 171, 197, 195, 200-203, 215).
Op een dag, terwijl hij reflecteerde op één van zijn favoriete films, Gladiator, en ernaar verlangde een man te zijn zoals Maximus (de held), vroeg Eldredge God hem te vertellen hoe hij het deed. “Dit is wat ik [van God] heb gehoord: ‘Jij bent als Henry V van Agincourt … de man in de arena, wiens gezicht bedekt is met bloed en zweet en stof, die dapper heeft gestreden … een geweldige krijger … ja, zelfs zoals Maximus’ en daarna, ‘Jij bent mijn vriend’ (p.135). Dit soort gebeurtenissen zijn niet ongebruikelijk in het leven van Eldredge. Maar neem nu Maximus. Een man die Romeinse goden aanbidt en uit is op wraak en vergelding. Is dat de soort man die Eldridge wil dat we zijn? Is dat Jezus navolgen?
Ik weet niet wiens stem Eldredge hoort. Het kan zijn eigen verbeelding zijn; het kan komen van te veel popcorn in de bioscoop; het kan demonisch zijn. Maar ik betwijfel dat het de stem van God was.
Helaas is de belangrijkste bron van Eldridge niet de Bijbel. Integendeel, zijn bronnen zijn voornamelijk seculiere literatuur, sprookjes, jongenswensen, andere mannen en films – heel veel films. Keer op keer bewijst Eldredge zijn punt door de aandacht te vestigen op Hollywood (pp. 11, 12, 13, 16, 22, 49, 65, 92, 109, 134, 149, 150, 158, 164, 172, 174, 175, 210). “Mijn antwoord”, geeft hij toe met betrekking tot een bepaald aantal problemen, “kwam door films” (p.126). Hij is ervan overtuigd dat “de films waar een man van houdt onthullen waar zijn hart naar verlangt” (p.11). En van wat voor films houden mannen? Films als Braveheart, The Magnificent Seven, Die Hard en Gladiator (p.11).
“Vergelijk je ervaring door de nieuwste James Bond- of Indiana Jones-thriller te bekijken met bijvoorbeeld naar een bijbelstudieavond gaan.” (P.13). Het lijkt erop dat Eldredge zegt: hé jongens, laten we die bijbels toch aan de kant leggen – die zijn voor huisvrouwen. Laten wij onze bogen, messen en jachtgeweren pakken en naar het bos gaan – of in ieder geval naar de videotheek voor een goede avonturenfilm. Hoe kan een christen zijn boek echt serieus nemen? Op welke manier is het verlangen van de Eldredge’s christelijke man anders dan die van een ongelovige? Vertelt de Bijbel ons niet dat wij geheel anders horen te zijn? Om niet gelijkvormig aan deze wereld te worden? Leert Jezus ons niet dat wie de grootste in het koninkrijk van God wil zijn, een dienaar en slaaf van de ander moet zijn? En nogmaals, ik wil hiermee niet zeggen dat we de wapens niet op ons zouden moeten nemen als het nodig is maar wel dat dit (oorlog, geweld, vernietiging etc.) niet volgens Gods originele plan de bedoeling is geweest.
De andere belangrijke bron van waarheid voor Eldridge, naast films, is literatuur. Hij citeert verschillende auteurs, meestal ongelovigen (bijvoorbeeld 9, 102, 104, 131, 149 en 169). Zijn meest geciteerde bron is de seculiere mannenbeweging van Sam Keen (auteur van Fire in the Belly, p. 146) en Robert Bly (auteur van Iron John, pp. 8, 10, 11, 71, 83, 91, 93, 105, 115, 132, 137, 140, 142, 172). Het is maar even dat je het weet.
Conclusie
Dit boek lijkt alleen in de meest vage betekenis op een christelijk boek. Ja, Eldredge probeert ons met een paar verzen uit de Bijbel te overtuigen dat zijn boek op de Bijbel is gebaseerd, maar als je dit boek eerlijk evalueert, moet je tot de ontdekking komen dat het louter humanisme en psychologie is, gehuld in een dunne sluier van christendom. Het is tekenend voor de protestants/evangelische wereld dat dit boek zo breed is omarmd.
Het is overduidelijk gebrekkig en schaamteloos gebaseerd op seculiere bronnen en ideeën die niet in overeenstemming zijn met de Bijbel. Je zou verwachten dat het door mensen met een gematigde kennis van het Woord direct aan de kant zou worden gelegd. Maar helaas, dat is niet het geval.
Dit artikel is mede geïnspireerd door de reviews van Challies en Garry Gilley.