Hemel en hel.
Bestaat de hel echt? Gaan mensen voor eeuwig naar de hemel of de hel? Een Bijbelse afweging.
Oordeel
De Bijbel beschrijft veelvuldig dat er een dag des oordeels zal komen voor zowel gelovigen als ongelovigen. Bijvoorbeeld in Openbaring 20:10-15:
“En de duivel, die hen misleidde, werd in de poel van vuur en zwavel geworpen, waar ook het beest en de valse profeet reeds zijn. En zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheid. En ik zag een grote witte troon, en Hem Die daarop zat. Voor Zijn aangezicht vluchtten de aarde en de hemel weg, zodat er geen plaats meer voor hen te vinden was. En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, overeenkomstig hun werken… En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood. En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen.”
En vele andere passages onderwijzen dat deze dag van het oordeel zal komen. In Hand. 17:30-31 staat bijvoorbeeld dat: “God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden van de onwetendheid, nu overal aan alle mensen dat zij zich moeten bekeren, en wel omdat Hij een dag vastgesteld heeft, waarop Hij de wereld rechtvaardig zal oordelen door een Man Die Hij daartoe aangesteld heeft. Daarvan heeft Hij aan allen het bewijs geleverd door Hem uit de doden te doen opstaan.” Paulus schrijft in Rom. 2:5 “Maar in overeenstemming met uw hardheid en uw onbekeerlijke hart hoopt u voor uzelf toorn op tegen de dag van de toorn en van de openbaring van het rechtvaardig oordeel van God,”. En nog meer passages spreken er over: Matt. 10:15; 11:22, 24; 12:36; 25:31-46; 1 Kor. 4:5; Heb. 6:2; 2 Pet. 2:4 etc.
“dan weet de Heere ook nu de godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen, maar de onrechtvaardigen te bewaren tot de dag van het oordeel, om gestraft te worden.” – 2 Pet. 2:9
“Wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op de troon van Zijn heerlijkheid. En vóór Hem zullen al de volken bijeengebracht worden, en Hij zal ze van elkaar scheiden zoals de herder de schapen van de bokken scheidt. En Hij zal de schapen aan Zijn rechterhand zetten, maar de bokken aan Zijn linkerhand. Dan zal de Koning zeggen tegen hen die aan Zijn rechterhand zijn: Kom, gezegenden van Mijn Vader, beërf het Koninkrijk dat voor u bestemd is vanaf de grondlegging van de wereld. Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven… Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan. Dan zal Hij ook zeggen tegen hen die aan de linkerhand zijn: Ga weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bestemd is. Want Ik ben hongerig geweest en u hebt Mij niet te eten gegeven… Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringsten niet gedaan hebt, hebt u het ook niet voor Mij gedaan. En dezen zullen gaan in de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven.” – Mat. 25:31-46
De hel
Bestaat de hel echt? Spreekt de Bijbel er niet te onduidelijk of tegenstrijdig over om er zeker van te zijn? Sprak Jezus niet in metaforische zin over de hel (Gehenna=vallei van Hinnom, een dal in Jeruzalem, een vuilnisbelt waar je altijd rook van kunt zien opstijgen en altijd maden kunt vinden)? Ja, Jezus heeft het woord Gehenna inderdaad gebruikt om iets over de hel duidelijk te maken. Maar gezien alle andere Bijbelteksten die over oordeel en eeuwige straf spreken kan dit niet betekenen dat de hel niet bestaat.
We kunnen hel de volgende definitie geven: ‘hel is een plek voor eeuwige bewuste straf voor de onrechtvaardigen’. De Bijbel spreekt er duidelijk over:
“…Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt, en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt, dan zal hij ook drinken van de wijn van de toorn van God, die onvermengd is ingeschonken in de drinkbeker van Zijn toorn, en gepijnigd worden in vuur en zwavel voor het oog van de heilige engelen en van het Lam. En de rook van hun pijniging stijgt op tot in alle eeuwigheid, en zij die het beest en zijn beeld aanbidden, hebben dag en nacht geen rust, evenmin als iemand die het merkteken van zijn naam ontvangt.” – Op. 14:9-11
“En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood. En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen.” – Op. 20:14-15
“En velen van hen die slapen in het stof van de aarde, zullen ontwaken, sommigen tot eeuwig leven, anderen tot smaad, tot eeuwig afgrijzen.” – Dan. 12:2
En ook Jezus onderwees over de realiteit van de hel. Sterker nog, als we de Bijbelverzen optellen dan heeft Hij zelfs vaker gesproken over de hel dan over de hemel. Enkele voorbeelden:
“Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan; maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden.” – Mat. 7:13-14
“En wees niet bevreesd voor hen die het lichaam doden en de ziel niet kunnen doden, maar wees veeleer bevreesd voor Hem Die zowel ziel als lichaam te gronde kan richten in de hel.” – Mat. 10:28
“Slangen, adderengebroed, hoe zou u aan de veroordeling tot de hel ontkomen?” – Mat. 23:33
“En werp de onnutte dienaar uit in de buitenste duisternis; daar zal gejammer zijn en tandengeknars.” – Mat. 25:30
“En dezen zullen gaan in de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven.” – Mat. 25:46
“En als uw hand u doet struikelen, hak hem dan af; het is beter voor u verminkt het leven in te gaan dan met twee handen heen te gaan in de hel, in het onuitblusbare vuur, waar hun worm niet sterft en het vuur niet uitgeblust wordt.” – Mar. 9:43-44
Broeders, zusters, vrienden: de hel bestaat echt..
Annihilationisme
Het idee van een eeuwige bewuste straf voor onrechtvaardigen is iets wat voor veel mensen niet te verkroppen is. Sommige evangelicale schrijvers spreken het tegen en bijvoorbeeld ook de Zevende dag Adventisten. Zij staan vaak de positie van het annihilationisme voor wat leert dat de onrechtvaardigen Gods toorn en straf voor een tijd moeten ondergaan en dat God ze daarna vernietigd waardoor ze ophouden te bestaan. Zij geloven dus wel in een dag des oordeels en Gods toorn en straf en dat dit ook bewust ervaren zal worden maar dat het niet voor eeuwig zal zijn. De argumenten voor deze mening zijn als volgt:
- Daar waar de Bijbel spreekt over het verderf of verloren gaan van de goddelozen wordt vernietiging van hen bedoeld (Fil. 3:19; 1 Tess. 5:3; 2 Tess. 1:9; 2 Pet. 3:7; Joh. 3:16).
- Eeuwige bewuste straf staat haaks op een God van liefde.
- Eeuwige straf staat in geen verhouding tot de zonde van een menselijk leven.
- Het woord eeuwig in de Bijbel moet gelezen worden als ‘een tijd’ of ‘een tijdperk’ waar een einde aan komt.
Maar dit is geen steekhoudende Bijbelse mening omdat verderf en verloren gaan niet per definitie hoeft te betekenen dat de persoon daarmee ophoudt te bestaan. En als een eeuwige straf haaks staat op een God van liefde dan zou straf überhaupt haaks staan op een God van liefde. Maar God is ook een Rechtvaardige God, juist omdat Hij een God van liefde is! Hij kan de daden van, bijvoorbeeld, een Hitler of Stalin of van welke zondaar dan ook, niet ongestraft laten. En wat betreft het derde argument: het is onmogelijk voor een mens om voor God te bepalen welke straf gepast is voor rebellie tegen Hem. God is een rechtvaardige God en niemand zal kunnen klagen over Zijn oordeel (1 Pet. 1:17; Rom. 2:11; 3:19; Op. 19:1-2). Bovendien zou het ook nog kunnen zijn dat de goddeloze in de hel tegen God blijft zondigen (Op. 22:11?). En wat betreft het vierde en laatste argument moet gezegd worden dat, als de juiste betekenis van het woord eeuwig ‘een tijd’ of ‘een tijdperk’ is, dat dit dan ook geld voor het eeuwige leven en het eeuwige koninkrijk van Christus (bijv. Joh. 3:16; 2 Pet. 1:11) (hetzelfde Griekse woord). Dit is absurd.
Alverzoeningsleer/universalisme
Een andere variant is de alverzoeningsleer (die in subtiele vorm in steeds meer evangelische boeken opduikt) die leert dat de goddelozen na het ondergaan van hun straf alsnog gered worden en naar de hemel gaan. Het (aanvullende) argument hiervoor is dat God toch alle mensen redt? Dit volgens 1 Tim. 4:10: “Want daarvoor spannen wij ons ook in en worden wij gesmaad, omdat wij onze hoop gevestigd hebben op de levende God, Die een Behouder is van alle mensen, in het bijzonder van de gelovigen” (Rom. 5:12-18; Kol. 1:20 en Fil. 2:10-11).
Wanneer deze tekst geïsoleerd van de rest van de Bijbel gelezen wordt zouden we tot het standpunt kunnen komen dat God ieder mens uiteindelijk redt. Maar deze uitleg kan niet juist zijn omdat Paulus in de dezelfde brief meerdere keren duidelijk maakt dat niet ieder mens gered zal worden: 1 Tim. 4:1; 5:24; 6:10. En ook op andere plekken in de Bijbel wordt duidelijk dat niet iedereen gered zal worden (bijv. Mat. 25:30, 41, 46; Op. 14:9-11).
Gods redding en rechtvaardiging is dus niet voor ‘allen zonder voorwaarde’ maar voor ‘allen zonder onderscheid’ zoals Paulus dat bijv. in Romeinen hoofdstuk 1-5 talrijke keren uitlegt.
Vier positieve uitwerkingen van de leer over Gods oordeel en de hel:
- Het bevredigd een diepe hunkering naar gerechtigheid voor alle ongerechtigheden in de wereld. Niets en niemand zal zijn verdiende straf uiteindelijk kunnen ontlopen (behalve hen die in Christus zijn): “En … Die zonder aanzien des persoons naar ieders werk oordeelt” (1 Pet. 1:17a), zie ook Kol. 3:25; Op. 20:12; Mal. 3:16.
- Het stelt ons in staat om anderen ruimhartig te vergeven. We realiseren ons dat het niet aan ons is om wraak te nemen. Dat is voor God. “Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, zegt de Heere” – Rom. 12:19. We kunnen het in Gods handen leggen wetende dat er een rechtvaardig oordeel gesproken zal worden en dat de prijs ervoor betaald zal worden. Danwel door Christus, danwel door de persoon zelf. Jezus zelf geeft ons hierin het voorbeeld: “Hij, Die geen zonde gedaan heeft en in Wiens mond geen bedrog gevonden is; Die, toen Hij uitgescholden werd, niet terugschold, en toen Hij leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem Die rechtvaardig oordeelt” – 1 Pet. 2:22-23.
- Het motiveert tot een heilig leven. Niet om vergeving te verdienen maar wel om voor een grotere beloning. “verzamel schatten voor u in de hemel” – Mat. 6:20. Het tegenovergestelde is daarom ook waar. Mensen die niet geloven in Gods oordeel leven losbandiger (Rom. 3:18; 2 Pet. 3:3-4; 1 Pet. 4:4-5).
- Het motiveert tot urgente evangelisatie! Ez. 33:11; 2 Pet. 3:9; Rom. 9:2; Mat. 23:37-38
Hoe moeilijk je dit onderwerp misschien ook vind. Ik bidt voor mezelf en voor jou het volgende gebed met Jezus mee: “Heilig hen door Uw waarheid; Uw Woord is de waarheid” – Joh. 17:17 (uit Jezus’ hogepriesterlijk gebed voor ons).